Hoge faillissementscijfers zaten eraan te komen. Tijd voor alternatief vestigingswet
"Waarvoor we vreesden, dreigt werkelijkheid te worden. Met 906 faillissementen op 5 maanden tijd lijken we op weg om de faillissementscijfers van 2022 te overtreffen”, reageert Bouwunie-topman Jean-Pierre Waeytens op de cijfers die Statbel vandaag uitbracht. De slechte cijfers zaten eraan te komen. Na de coronajaren waar veel bouwbedrijven hun reserves moesten aanboren, volgden de verder stijgende materiaalprijzen, de oplopende energieprijzen, de stijgende hypotheekrente en de historische loonindexatie. Daarbovenop haken heel wat kandidaat-(ver)bouwers af. Anderzijds speelt het hoge aantal starters ironisch genoeg ook een rol in het hoge aantal faillissementen. “Jonge bedrijven zijn kwetsbaarder, net omdat ze nog geen of onvoldoende financiële buffer hebben. Hoe meer starters, hoe groter het risico op meer faillissementen”. Belangrijk blijft ook wel dat de aangroei van de starters de laatste jaren nog altijd sterker stijgt dan de aangroei van het aantal faillissementen. Bouwunie dringt andermaal aan op een alternatief voor de in Vlaanderen afgeschafte vestigingswet. “Nu kan gelijk wie zonder enige beroeps- of bedrijfskennis in de bouwsector starten. Het is duidelijk dat dit niet langer houdbaar is”, besluit Waeytens.
Sinds de afschaffing van de vestigingswet in Vlaanderen heb je geen bedrijfskennis of specifieke beroepskennis meer nodig om te starten, waardoor veel starters zich met te weinig voorkennis en bagage in het ondernemersavontuur storten. Daarnaast hebben jonge bedrijven sowieso nog niet zoveel reserves, waardoor die het sneller moeilijk krijgen in crisissituaties. Maar dus ook gevestigde bedrijven die tijdens corona hun reserves opgebruikt hebben, zitten in die faillissementscijfers vervat. “Tijdens corona kregen die heel wat steun, zodat ze een faillissement konden afwenden. Maar die steun is nu voorbij”.